HOOFDSTUK VII.
NATIONALE MILITIE EN SCHUTTERIJ.
A. Nationale Militie.
De loting liad den 9 en 10 Februarij 1881 plaats
en is geregeld afgeloopen.
Het aandeel der gemeente in de ligting van 1881
was 34 manschappen.
Dit aandeel is berekend naar het aantal ingeschre
venen (132), na aftrek van 22 vrijwilligers, die vóór de
inschrijving in dienst waren, en 1 overledene, en dus
naar 109 man. Van de 132 lotelingen zijn door den
militieraad vrijgesteld 80 en door de Gedeputeerde
Staten 5, te zamen 85.
De vrijstelling was toegekend aan
door ziekten of gebreken ongeschikt voor den
dienst bevonden12
éénige wettige zonen12
in dienst bij het leger22
wegens broederdienst34
die beneden de maat waren5
te zamen 85
Door hun getrokken nommer zijn 13 lotelingen
buiten oproeping gebleven.
De overblijvende 34 lotelingen, die voor den dienst
werden aangewezen, zijn ingelijfd, als
bij het 3 regement Infanterie1
m 6 28
4 Vesting-Artillerie1
3 Veld-Artillerie 2
bataillon Mineurs en Sappeurs 1
de Koloniale troepen1
te zamen 34
4 lotelingen hebben zich in den dienst doen
vervangen door plaatsvervangers en 3 door nummer
verwisseling.