64 N°. 2303, is aan regenten van het Oude-Vrouwenhuis machtiging verleend tot aanvaarding van een legaat bestaande in een perceel weide en een perceel zaailand, beide gelegen te Ginneken, groot 37,50 aren en 59,50 aren, besproken door wijlen den heer R. Buysen, bij eigenhandig testament van 1 September 1879. De eenige instellingen ter voorkoming van armoede in de gemeente zijn a. De Bank van Leening, beheerd door eene Com missie van vijf leden. De rente door de bank geheven, bedraagt 10 pCt. voor alle panden. In 1880 zijn Beleend 19690 panden voor eene som van f70702, Gelost 19467 panden voor een bedrag van /"67158,50 Verkocht 780 panden voor een bedrag van f2217,99, daaronder niet begrepen een overschot van f 534,40 aan de houders van pandbriefjes uitgereikt. Op eenige panden is een verlies geleden van /'165,36. Het kapitaal der Bank bestaat uit de sommen op de beleende panden geschoten, ten bedrage van /"48019,50 en uit de circulerende penningen op den 31 December 1880, bedragende f 935,225; onder dit gezamenlijk bedrag van /"48954,725 is begrepen het bedrag dei- gestelde borgtogten van de beambten der bank, ten bedrage van f3000; alsmede uit de bij een kassier, naarmate der behoeften opgenomen gelden ad /'15500, waarvoor eene rente van 5% moet betaald worden. De uitgaven en ontvangsten hebben in 1880 bedragen UITGAVEN. 1. Interessen en aflossing van opgenomen kapitalenf 764,76 2. Gewoon onderhoud, kosten van beheer, enz.ƒ2398,80r> 3. Uitschotten op beleende panden 70702, 4. Onkosten op den verkoop gevallen. 52, 5. Overschot der opbrengst van den verkoop aan de houders van pandbriefjes uit gereikt 534,40 Te zamen /174451,965

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1881 | | pagina 68