93 Over den slechten toestand der schoollocalen be hoeven wij thans niet meer te spreken, daar ook hierin verandering staat te worden gebragt. Alleen vermeenen wij nog te moeten opmerken, dat het ons dringend noodzakelijk voorkomt, dat het onderwijzend personeel met een onderwijzer vermeerderd worde om het beter in overeenstemming te brengen met het aantal leerlingen en de gelegenheid te hebben in plaats van vijf klassen zes klassen te formeeren. 5. Armenschool voor meisjes. De bevolking dezer school bedroeg gedurende het afgeloopen jaar gemiddeld 220 leerlingen. liet aantal onderwijzeressen werd met twee ver meerderd. welke vermeerdering aan de degelijkheid van het onderwijs zeer ten goede kwam. Ofschoon op deze school weder veel over schoolverzuim te klagen bleef, kon de commissie bij de meisjes, die geregeld de school bezochten, goede vorderingen waarnemen. Door het Hoofd der school, dat op het punt staat den staf aan jeugdiger krachten over te geven, na een welbesteed leven van meer dan een halve eeuw in dienst van het onderwijs, benevens door de hem ter zijde staande onderwijzeressen, werd met lust en ijver gewerkt. Op deze school werd evenals op de tweede openbare school het bij de wet vereischte onderwijs in de vrouwelijke handwerken gegeven. 2. De vacaturen. Aan de eerste openbare school hadden de navolgende mutaties in het onderwijzend personeel plaats. De vacature ontstaan door de benoeming van den heer H. Th. van der Grinten tot Districts-schoolopziener werd op 15 Januarij 1881 aangevuld door de benoeming van den heer Th. A. Tack tot Hoofd der school, die op zijne beurt op 1 Julij 1881 werd vervangen door den heer L. G. Janssens als eerste onderwijzer. Met de zomervacantie verlieten ook de heeren L. P. J. Ver meulen en J. H. Essink de school en eerst op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1881 | | pagina 97