121 in 1877 t 1017.25. 1878 980.445. 1879 978.53s. 1880 937.17. 1881 958.195. Van rijzing kwamen we alzoo tot daling, zonder evenwel tot heden terug te gaan tot den toestand van vroeger. Intussclien valt op te merken, dat de toeneming der be volking in de laatste jaren niet tengevolge heeft eene even redig meerdere opbrengst onzer wekelijksche collecten. Maar deze opmerking mag wel beschouwd worden in verhand met het feit, dat gestadig collecten tot zoo velerlei doeleinden plaats hebben, óók tot ondersteuning van armen. Collectief wordt wel meer gegeven dan vroeger, maar de bijdragen schijnen meer verdeeld te worden. Onze vaste collectant is J. Cuisinier, die 14°/0 geniet van de ontvangsten. Deze belooning is geregeld naar verhouding van het tijdroovende werk, dat bovendien eene goede kracht eischt, wil het niet ten halve volbracht worden. 15. Giften. De penningen die bij het voltrekken van huwelijken in de armenbus gestort worden, vloeien in onze kas. Zij be liepen over 1882 f 83.87s tegen f 103.97s in 1881ook werd van den heer Notaris de Roij, te ïeteringen, wegens bedongen armgelden bij publieke vcrkoopingen, ontvangen f 6.00. BIJDUIGEN IN DE KOSTEN- en TERUGBETALING VAN ONDERSTAND. De splitsing onzer administratie beeft tot gevolg, dat de bovenbedoelde ontvangensten vloeien, deels in de kas van de gemeente, en deels in die van het burgerlijk armbestuur.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1882 | | pagina 125