131 Verslag der Kamer van Koophandel en Fabrieken te Breda, over den toestand van Handel en Nijverheid over het jaar 1882. Bijlage G. Meer nog dan vorige jaren hadden de landerijen te lijden van het ongunstig weder en bleef de vrees bestaan dat de oogst weinig zou opleveren. Intusschen werd die vrees ge lukkig niet bevestigd en mag in 't algemeen de opbrengst der velden en tuinvruchten bevredigend worden genoemd. Evenmin als het vorige jaar was de aanvoer van buiten- landsclie aardappelen groot, omdat de oogst hier te lande goed was en de kwaliteit niets te wensclien overliet. De prijzen evenwel waren hoog n.l. van 4.50 tot./6. de hectoliter. Was de opbrengst van de boekweit ook in vorige jaren minder dan middelmatig, de kwaliteit was wederom eveneens zeer slecht door het natte wederde prijzen liepen van ƒ7h 7.50. Daarentegen was de opbrengst der rogge en tarwe zeer goed; voor rogpe werd besteed f 6.75 a 7.25, tarwe 9. a ƒ10.-—. Voor haver, die buitengewoon goed was, werd gevraagd 3.50 a 4.per hectoliter. De voorraad zomer- en wintergerst was vrij goedde prijzen waren iets lager dan het vorige jaar en bedroegen voor wintergerst 6.— a ƒ7.en voor zomergerst 6. a ƒ6.40. Het grasgewas mag evenzeer beter worden genoemd, hoe wel het hooi door de vele regens had geledende prijzen waren van 16.a 20

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1882 | | pagina 135