b. Buitenlandsche handel. 71 III. Handel en scheepsvaart, a. Binnenlandsche Handel. In 'do gemeente wordt alle Dingsdagen en Vrijdagen graan- beurs gehouden voor den verkoop van granen op monster, die druk wordt bezocht. Op dezelfde dagen is er eene boter-, kaas en cierenmarkt, waarvan veel gebruik wordt gemaakt: de aanvoer was 39441 kilo boter behalve de kunstboter die aanmerkelijk was, in 1881, 50673 kilo. Op de vischmarkt bracht do aangevoerde zee- en andere visch op f 12939,10 in 1881 was die f 15196,65. De vervoer naar het buitenland was oorzaak dat er minder visch werd aangevoerd. De algemeene dagelijkschc markt neemt in levendigheid toe. De eigenlijke kermis werd vergeleken met de najaarsmarkt, niet druk bezocht. De binnenlandsche handel bepaalt zich tot voortbrengselen van den landbouw, warmoeskruiden en koloniale waren met de omliggende gemeenten, en tot verzending van goederen van de alhier aanwezige fabrieken naar verschillende plaatsen van het Rijk. De buitenlandschen handel bestaat hoofdzakelijk in den uitvoer van militaire- kleeding- en uitrustingstukken, peper munt, chocolade, en bieren naar Oost- en West-Indiën, en van vruchten naar België en Engeland. c. Scheepvaart. Over den lagen waterstaat kwamen geene bijzondere klachten in. De scheepvaart was levendig, het aantal schepen, die de haven zijn in-en uitgevaren, bedroeg 1013 metende 75826 tonnen, in 1881 was het 964, metende 71,771 tonnen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1882 | | pagina 75