zich toeleggen om de adspiranten voor de Koninklijke Militaire
Academie te bekwamen.
De hoogere burgerschool heeft in het afgcloopen jaar zeer
geleden door atwisseling van hetdoceerend personeel.
Na het vertrek van den heer R. F. Modderman heeft het
aardrijkskundig onderwijs op de hoogere klasse stil gestaan tot
10 Maart 1882, op welken datum de heer D. J. Witte, benoemd
als tijdelijk leeraar in de aardrijkskunde op 17 December 1881,
in functie trad.
Ook het scheikundig onderwijs moest gedurende Januari
1882 worden gestaakt, omdat de opvolger van den heer ür.
Scheller, de heer Dr. J. Romeny, vroeger leeraar aan de hoogere
burgerschool te Harlingen en te Breda benoemd 19 November
1881, eerst 1° Februari 1882 naar Breda kon komen.
Het verblijf van de twee genoemde nieuwe titularissen te
Breda was van zeer korten duur. De heer Witte werd naar hel
gymnasium en de hoogere burgerschool te Rotterdam geroepen
en verliet, eervol ontslagen, Breda einde December 1882. De
heer Dr. Romeny werd naar de middelbare scholen te Dor
drecht gehaalden vertrok met eervol ontslag 5 November 1882.
De vacature voor aardrijkskunde werd weder aangevuld door
de benoeming van den heer H. A. Rijkens, die voor scheikunde
en natuurlijke historie door de benoeming van den heer Dr. J.
Bosscha. Beiden konden onmiddellijk na vertrek van hunne
voorgangers in functie treden.
Eervol ontslag onder dankbetuiging voor do bewezen dien
sten werd levens op hun verzoek toegestaan aan do hoeren S.
Stellingwerf!, sedert 4 jaren alhier leeraar in de Fransclie taal,
die aan hel gymnasium en de hoogere burgerschool te Sneek
was benoemd, aan den heer L. Wirth, die aan het gymnasium
te Utrecht werd aangesteld, nadat hij 10 jaren alhier als leeraar
der Hoogduilsche taal was werkzaam geweest, en aan den heer
Drs. Th. B. van Wettum, sedert 4 jaren alhier leeraar in dé
wiskundige vakken, die Ie Deventer was benoemd.