32 in den nacht van 31 Augustus op 1 September bij Chamot op het Kasteelplein; het huis geheel uitgebrand en de daarin aanwezige machines en goederen verbrand; in den avond van den 1 September, brand in het garni- zoens nachtleger-magazijn aan de Oude-Vest; die brand was spoedig gebluscht en heeft weinig schade veroorzaakt; in den nacht van 27 September bij den metselaar en tapper Muller in den Haagdijk; deze brand was ook spoedig gebluscht en bracht eenige schade aan roerende goederen toe; in den nacht van 28 September brand bij den hovenier Meeuwissen in de Akkerstraat; de schuur, waarin de brand was ontstaan, zoo mede het daarin aanwezige hooi, stroo en granen verbranden; zijnde het daarbij staande woonhuis ook gedeeltelijk afgebrand den 28 October des avonds, een begin van brand bij Ver hoeven in de Lange Markstraat, welke echter spoedig was gebluscht. De volgende ongelukken hebben wij te vermelden: den 27 October is A. de Gróót, timmerman, wonende te Princenhage, werkzaam aan de nieuw gebouwd wordende cellulaire gevangenis alhier, van eene vrij hooge stelling ge vallen, met het noodlottig gevolg dat hij eenige oogenblikken daarna was overleden; den 29 November zijn J. de Kroon, metselaar, wonende te Princenhageen M. Nieuwlaatoppermanwonende alhier, werkzaam aan een huis in de St.-Catharinastraat van eene stelling gevallen; eerstgemelde brak een been en laatst- gemelde werd in het aangezicht verwond en op de borst gekneusd. Vier lijken van drenkelingen zijn opgevischt. Twee personen hebben zich door verdrinking het leven benomen. Voor twee in het water gevallen en geredde kinderen, is aan den redder eene geldelijke belooning uitgereikt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1884 | | pagina 36