36
Dit aandeel is berekend naar het aantal lotelingen (140)
na aftrek van '24 vrijwilligers, die vóór de inschrijving in
dienst waren en 2 overledenen.
Van de 140 lotelingen zijn door den Militieraad vrijgesteld
92 en door de Gedeputeerde Staten 2, te zamen 94.
De vrijstelling werd toegekend aan:
door ziekten of gebreken ongeschikt voor den dienst
bevonden11
eenige wettige zonen17
cadets aan de IC. M. Academie2
in dienst bij het leger22
wegens broederdienst39
die beneden de maat waren3
te zamen94
terwijl één loteling na de loting is overleden, en twee zich
naar andere werelddeelen hebben begeven,
Door hun getrokken nommer zijn 9 lotelingen buiten op
roeping gebleven.
De overblijvende 34 lotelingen, die voor den dienst werden
aangewezen, zijn ingelijfd, als:
bij het 2e regiment infanterie2
6e 26
4e vesting-artillerie1
3e veld-artillerie4
n 2e huzaren1
te zamen34
5 lotelingen hebben zich in den dienst doen vervangen
door plaatsvervangers en 1 door nommerverwisselaar.
B. Schutterij.
De werkelijke sterkte bedraagt:
actieve schutters298
reserve 238
te zamen536