69
Soort der Ambachten.
Aan
tal.
Aantal arbeiders.
Volwassen
mannen.
Volwassen
vrouwen.
Kinderen
(mannel.)
Kinderen
(vrouwel.)
Transport
'229
468
31
57
7
Instrumentmakers
5
12
3
II
Instrumentslijper
-1
2
n
II
Kaarsenmaker
•1
2
1
Kachelmakers
■15
54
18
Kamerbehangers
19
47
6
8
II
Kappers
5
7
II
1
II
Kerkornamentmaker
1
1
1
II
II
Kleermakers
99
169
47
II
Kleerbleekers
3
7
2
II
II
Koper- en blikslagers
17
42
II
8
u
Kuipers
6
34
II
II
n
Leerlooiers
6
20
1
II
u
Leertouwer
1
1
II
li
Leidekker
1
1
II
li
Lettergieter
1
2
U
II
ii
Loodgieters
12
28
4
ii
Lijnkoekbreekers
2
2
1
ii
Mandenmakers
3
4
li
Metselaars
32
248
14
ii
Meubelmakers
26
86
II
22
li
Modemaaksters
22
2
54
O
34
II
Molenmaker
1
1
u
Mouter
1
6
n
II
Mostaardmolenaars
3
3
n
II
II
Mutsenwaschters
12
29
10
II
Ornamentsnijders
2
5
Parapluiemakers
3
3
3
1/
Passementwerkers
14
34
2
1
II
Pasteibakkers
2
3
II
Pettenmakers
5
1
3
9i 1
II
Photografen
5
10
II
II
Pianomaker
'1
6
II
i
II
Transporteeren
556
1317
CO
187
1
51
