71 Het is ons niet bekend dat nieuwe werktuigen zijn inge voerd, of aan bestaande verbeteringen aangebracht. Overeenkomstig de wet van den Juni 1875 Staatsblad N°. 95), zijn door ons in 1884 vergunningen uitgereikt voor het oprichten der navolgende inrichtingen: Aan J. van den Brule, voor eene broodbakkerij; C. A. van Nynanten, voor idem; H. Stokkermans, voor eene smederij; Baert 0°.voor een stoomwerktuig in hunne wasch- bleekerij en badinrichting; J. Damenvoor eene broodbakkerij A. I) van Dooremaal, voor eene varkensslachterij en rookerij E van der Heydenvoor eene koperslagerij S. Levie, voor eene slachterij; C. Renard, voor idem; E. Knuvelder, voor eene varkensslachterij L. Adank, voor eene broodbakkerij; A. C. Goossens, voor idem; Terwijl bij Koninklijk besluit van den 24 Januari 1885 N°. '13, aan het Departement van Justitie, vergunning werd verleend tot het plaatsen van een stoomwerktuig met stoomketels en electrische verlichting in de nieuw gebouwde cellulaire ge vangenis. Omtrent het fabriekswezen is vooruitgang te bespeuren, terwijl de ambachten in bedrijvigheid toenemen. (Zie voor meerdere bijzonderheden het verslag van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, bijlage G. hierachter.) b. Verveening. Bestaat in de gemeente niet. c. Mijnwezen. Steengroeven en kolenmijnen worden hier niet gevonden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1884 | | pagina 75