Gemeente-tonnen, die geregeld of niet geregeld van Ge meentewege worden weggehaald. Behalve in de Coehoornstraat troffen wij ook in de Wil lemstraat, wij mogen wel zeggen met het oog op de maat schappelijke standen der bewoners, tot onze verbazing, perceelen, waarin privaatinrichtingen tot het kweeken van mest voor eigen- of tuingebruik aanwezig waren. In de Froderikstraat bevonden wijdat bij een huur koetsier een open mestkuil (met gemetselden beerput) bestond waarop behalve een eigen privaat voor dienstboden en koet siersknechten een privaat van het naast aanliggende perceel, aan den eigenaar van het eerstbedoelde toebehoorende, een gootsteen uitmondde. In de Mauritsstraat troffen wij een groote open mestvaalt zonder bak aan, bij een hovenier die een huis bewoonde, welks privaat ook door de bewoners der perceelen naastaan gelegen bezocht werd, voor het verwisselen van de ton werd door den hovenier zelve gezorgd. Bij een ander hovenier in dezelfde straat ontdekten wij, dat ten geheel open gierput en mestvaalt bestonden, terwijl hij een privaat op een beerput ledigende bezat, op welk privaat ook de bewoners van het naastaangelegen perceel, omdat zij zelf geen eigen privaat hadden, hunne behoeften deden. Ten slotte mogen wij niet nalaten, ja het is ons zelf een waar genoegen, er op te wijzen, dat de bewoners van zeer vele perceelen, waarin van het tonnenstelsel gebruik gemaakt wordt, geenerlei klachten in te brengen hadden over de privaten en den afvoer der feecaliën uit hunne woningen, en bleek ons hieruit, dat bij behoorlijke inrichting, uitvoering en handhaving van dat stelsel, geenerlei last of nadeel voer de bewoners er uit voortvloeiden. Aan de andere zijde, afgaande op onze bevinding in Int lovenbedoclde grootendeels nieuw aangelegde kwartier of wijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1886 | | pagina 106