13? zorgd voor de instandhouding daarvan. Eindelijk heeft die zelfde weldoener der menschheid ook gezorgd voor den ouden dag van den ambachtsman door een deel zijner fondsen te bestemmen tot hek bouwen van 12 zeer geschikte arbeiders woningen waarin even zoo vele oude ambachtslieden met hunne gezinnen kosteloos woning met tuin worden verstrekt, zoo dat al deze handelingen getuigen van de liefde van den erflater voor alles wal den werkman betreft./L De heer Gulje bracht dank aan den gemeenteraad voor den steun aan de commissie verleend voor liet gratis afstaan van het bouwterrein en het toestaan van eene som van ƒ5000,uit de gemeentekas waardoor het mogelijk is geworden aan het gebouw de noodige grootte en een waardig karakter te geven. De Burgemeester Mr. E. de Man Ez., zeide ongeveer het volgende „Ofschoon Tiet mij niet gegeven was deel uit te maken van de commissie voor de ambachtsschool heb ik toch met de meeste belangstelling de werkzaamheden der commissie gevolgd en zooveel in mijn vermogen was gesteund. Ik zal bij de woorden, door den Voorzitter der Commissie, om trent de edele gevoelens van den schenker, voor den am bachtsman, weinig meer toevoegen. Wij staan gereed het laatste deel van den wil van den erflater, van den edelen Van Cooth te belichaiuelijken en komt ons onwillekeurig voor den geest, de man wiens ge- heele leven een weldaad was voor het menschdom, die een ieder met de meest mogelijke liefde en toewijding hulp verleende. Een monument op zijn graf was overbodig. Hij zelf heeft zich een monument gesticht door de daarsteüir.g van deze schoone inrichting. Van Cootli is verdwenen maar voor ons is Van Cooth niet heengegaan, want zijne werken blijven immer voortleven. De Heer Guljé heeft zoo even terecht opgemerkt dat Dr.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1886 | | pagina 141