156 Allereerst houden wij ons onledig met het aanh oren der aanvragen om onderstand, welke aanvragen, behalve die om geneeskundige hulp, reisgeld of nachtverblijf, in 1886 het cijfer van 147 bereikten. Het besluit tot onderstand wordt, na onderzoek en billijke overtuiging in deze vergaderingen toegekend, waarvan dit in de notulen opgenomen en verdere aanteekening van ge houden wordt. Van het tusschenlijds verrichte in spoedeischende geval len wordt kennis gegeven in de eerstvolgende vergadering. BESTUURSLEDEN. Het burgerlijk armbestuur beslaat uit vijf leden, die thans zijn de Heeren Mr. L. II. C. Ingen Housz, lid en Voorzitter Mr. H. A. van Méns G. II. Moolenbergh; Fi H.JM. Smits, en J. A. J. W. van Hal. Bij besluit van den 26 Juni 1886 werd als lid van het burgerlijk armbestuur herbenoemd de heer Mr. H. A. van Mens. AF- EN OVERSCHRIJVING IN DE BEGROOTING. Door het aanvragen om meer subsidie over den dienst 1886 (zie omschrijving hiervoor onder de subsidie) is de begrooting moeten verhoogd worden, als Ontvangsten, Hoofdstuk VI, subsidie met. f 475,43 Uitgaven, Hoofdstuk I, dienstloon van den collectant f 43 id. IV, kleederen, ligging, enz. 475,— VERZONDEN EN INGEKOMEN BRIEVEN. Verzonden zijn 46 brieven en stukken van bijzondei en aard en ingekomen 25. Onder deze laatsten bevinden zich 2 stuks besluiten van Heeren Gedeputeerde Staten dezer prö-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1886 | | pagina 160