Voorts varen van hier, op gezette tijden, andere vaar tuigen op verschillende plaatsen. Omtrent de waarneming van deze diensten kwamen bij ons geer.e klachten in. b. Middelen van vervoer te land. In de bestaande diensten is geene verandering gekomen, zij worden naar belmoren waargenomen. De postwagens, huurrijtuigen en de paarden met de tuigen worden volgens de arlt. 186 en 189 der algemeene politie verordening voor deze gemeente, geregeld gekeurd. De stoomtramweg van Breda naar Oosterhout en de paar dentram naar Ginneken, waren beiden zeer druk. Voor den aanleg van een stoomtramweg in de richting van Princenhage werd aan den heer II. M. van Fenema, bij besluit van den 30 Augustus 1884 voorloopige concessie ver leend, in afwachting dat door hem zouden worden overge legd de beschikkingen van de bevoegde autoriteiten tot het mogen gebruik maken van de Rijks- en provinciale wegen; hieraan werd na herhaalde aanschrijvingen niet voldaan en kan dus de aanleg van den bedoelden tramweg als verval len worden beschouwd. Door den heer M. A. Kuijlenbrouwer, aan wien bij besluit van don 11 Juli 1885 mede voorloopige concessie werd ver leend voor den aanleg van een stoomtramweg Breda OudenboschBeleische grens, werden overgelegd de beschik kingen om op de Rijks- en provinciale wegen rails te leggen terwijl de vergunning lot het bouwen eener brug over de rivier de Mark latei" werd overgelegd. Naar aanleiding van een en ander werd krachtens mach tiging van den gemeenteraad van den 10 April 1886, door ons bij besluit van den 3 Mei daaraanvolgende de deünieve concessie uitgereikt onder voorwaarde, onder anderen, om binnen zes maanden na de aanneming der concessiehet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1886 | | pagina 87