Bij den aanvang van- 't jaar 1887 (rad de lieer J. N. F.
Buining, (benoemd bij Raadsbesluit van 4 December 188G)
als leeraar aan bet leekeninstiluut in functie en werd hem
bet onderwijs in de 2e klasse der afd. handteekenen opge
dragen. Zijn onderwijs aldaar droeg reeds dit jaar de beste
vruchtenook dat der andere leeraren gaf uitstekende re
sultaten.
In de hoofdafdeeline handteekenen bedroeg in de maand
Januari 1887 het aantal leerlingen 156, waarvan 9 de lessen
in 't boetseeren volgden.
Aan de prijsdinging in do maand Maart gehouden, namen
in deze afdeeling 136 leerlingen deel, hiervan werden tij
dens bet prijsteekcnen 6 leerlingen verhinderdzoodal op
het einde van den cursus het volledig aantal leerlingen 130
bedroeg, waarvan 8 in de afd. boetseeren.
Aan al deze leerlingen kon eene toegangskaart voor den
volgenden cursus worden uitgereikt.
Tegen schoolverzuim werd zooveel doenlijk gewaakt, doch
wegens het waarnemen van kerkelijke plichten, het deelne
men aan muziek- en zangvereenigingen, en in den laatsten
tijd aan den nieuw opgerichten cursus voor den wapenhan
del, kan het niet anders of moet daarin met eenige vrijge
vigheid worden te gemoet gekomen.
De deelneming en uilslag der prijsdinging is in bijgaande
slaat vermeld.
Van 1922 April werd eene vicrdaagsche tentoonstelling
gehouden van de bekroonde stukken en tevens van de lee-
keningen en boetseerwerken in den afgeloopen winter ver
vaardigd Deze tentoonstelling gaf reeds een zeer goed overzicht
van de thans gevolgde metbode van onderwijs. Zij toonde
volkomen aan den grooten ijver die bij de leeraren voor
dit onderwijs bestaat, alsmede hun ijverig streven lot ont
wikkeling der jeugd.
De tentoonstelling werd besloten met de plechtige uitrei-