42 baren toestand bij den overweg over den spoorweg van Breda naar Tilburg, bij wachthuis n° 1. In beide adres sen werd er op gewezen, dat door het herhaald rangeeren van personen- en goederentreinen de passage geruimen tijd wordt gestremd, De Kamer heeft tot heden geen bericht dienaangaande bekomen. De handel met het buitenland neemt niet noemens waardig toe. Door het bestuur van den Nederlandschen Uitgevers- boud daartoe uitgenoodigdheeft de Kamereen adres tot Zijne Majesteit den Koning gericht, met verzoek dat het Zijne Majesteit moge behagenmaatregelen te doen nemenom het porto voor drukwerken tusschen Neder land en België te herleiden tot het tarief, dat Nederland thans binnenlands berekent. Yelen handelaren alhier, deden aanzoek bij de Kamer, om te trachten een kantoor voor inklaring van goederen op te richten. Er werd gewezen op de gunstige ligging der gemeente» vooral met het oog op de nabijheid van België en direct verbonden met Holland en Zeeland. De wenschelijkheid tot oprichting van het kantoor werd uitgesproken, vooral ook omdat de handelaren zeer veel vertraging ondervinden, alvorens de goederen hunne bestemming hebben bereikt en zij niet zelden moeten on dervinden, dat door onjuiste verklaringen der expediteurs schade wordt geleden, alsook door het slordig in- en uitpakken der goederen, hetgeen eerst na ontvangst der goederen kan geconstateerd worden. Op het adres, door de Kamer aan den Minister van Financiën gericht, werd medegedeeld, dat er bij den Minister geene overwegende bezwaren bestonden, om al hier een inklaringskantoor te vestigenwaarom besloten werd in overleg te treden met den Directeur der Maat schappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1887 | | pagina 126