der hazen vervaardigd en dat indien de leerlingen der Am bachtschool hij de hazen werkzaam waren, tol het aanleeren van hel door hun gekozen vak toch ook ongeveer gelijke hoeveelheid werk zouden voortbrengen. Daarbij komt dat het met de werkbazen overeen te komen bedrag aan ar~ beidsloonen moet evenaren, het aan hunne knechts, voor dergelijk werk, te betalen loon. Met vertrouwen zien wij dan ook te gemoet., dat de werkbazen en aannemers ons pogen zullen steunen door liet verschaffen van degelijke werkstukken en daardoor de vorming der werklieden zullen helpen bevorderen, waarvan zij, naar wij vertrouwen zeiven en de Maatschappij niet het minste, de zegenrijkste vruchten zullen plukken. Wij eindigen dit ons tweede jaarverslag onder inroeping van Uwe welwillende medewerking en met den wenseh dat de gemeente Breda in liet bijzonder en de Maatschappij in hel algeen met dankbaarheid zullen herdenken de edelmoe digheid van den legataris wijlen Dr. L. F. W. Van Cootii. De Commissie van de Ambachtsschool, Eb. GULJÉ, Voorzitter. G. LAMERS, Secretaris. BREDA25 Mei 18S8.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1887 | | pagina 161