12 Wethouders, de eerste aftredende in 1893 en de laatste in 1890, Secretaris, benoemd bij Koninkl besluit van den 19 Maart 1848, N°. 10Ó. (Deze is in het voorjaar van 1888 overleden.) Vaste commission. Volgens de artt. 54 en 56 der gemeentewet zijn op nieuw benoemd de volgende vaste commissiën, bestaande: 1°. Voor het beheer der gemeentelijke gasfabriek, uit de heereu E. H. A. Guljé, Jhr. F. Backer, A. C. J. Smits en F. F. J. Klep, 2". Voor het beheer der gemeer te-reiniging, uit de heeren Mr. E. de Man, Ez., E. H. A. Guljé, W. G. H. Kombouts, F. J. M. Heijlaerts en C. J. Marijnen De voorzitter van deze commissie is de Burgemeester of een lid van het dagelijksch bestuur. 3". Voor de strafverordeningen, (art. 166 der gemeen tewet) uit de heeren Mr. E. de Man, Ez., Mr. J. H. van Mierlo en Mr. A. C. D. Pels Rijcken. Van deze commissie is de Burgemeester de voorzitter. 4". Voor de bouw-commissie, uit de heeren: Mr. J H. van Mierlo, Voorzitter. Jhr. F. Backer, C. J. Marijnen, E. II. A. Guljé, J. A. van Aken, L. D. G. Teychiné, Leden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1887 | | pagina 16