67 De gemeenteraad besloot daartoe en wel om de rerte te brengen op 14 voor beleeningen van f 100,en daarbeneden en op 12 ff/a voor beleenirgen boven de f 100,Dit besluit echter ontving bij den Minister van Staat, Minister van Binnenlandsche Zaken, geen gunstig onthaal, en ZEx. bleef, ondanks was aangetoond dat de Bank met eene renteheffing van 10 °/0 onmogelijk zonder verlies, in de eerste jaren althans, kon werken weigeren het besluit tot die verhooging aan den Koning ter goed keuring voor te dragen. Inmiddels werd de Bank weder geregeld opengesteld tot het lossen van panden, op 4 April 1887 en tot het belcenen van panden, op 16 Augustus d. a. v. In dat jaar zijn Beleend 5691 panden, waarop is voorgeschoten een be drag van f20,989, Gelost 5033 panden, met een bedrag van f 16,067,50. Verkocht 644 panden, waarop was beleend f 1499,50. De gemeente heeft aan de Bank een crediet verleend van f25,000,—. Met het oog op den ongunstigen finan- tieelen toestand waarin de Bank door de bedriegelijke handelingen van den voormaligen Directeur was gebracht, besloot de Raad, in zijne zitting van den 23 April 1887, dat door de Bank, in plaats van 5", jaarlijks de eventueel te maken wir.st aan de gemeente zal worden uitgekeeid tot een maximum van 4j van het vtrstrekt kapitaal. Aan het einde van het boekjaar 1887, bleef de Bank aan de gemeente schuldig f15,000,ia den loop des jaars was opgenomen f9000,en afgelost f19000,— onder dit laatste bedrag is begrepen rere som van f 10000, als betaalde borgstellingen ten behoeven van den vcorma- ligen directeur L. F. Janssen. De borgtochten van den secretaris-schatter en van den panabcwaarder, respectievelijk f2000, - en f1000,be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1887 | | pagina 71