XII.
„Wapenplein", een sloot was, die geene uitwatering had
en, vooral des zomers, een hinderlijken stank verspreidde,
tot groot ongerief der bewoners, deze niet kon gedempt
worden, aangezien deze sloot, volgens missive van het
dagelijksch Bestuur, in dato 21 Dec. 1888, N°. 905, parti
culier eigendom isendaar er van den openbaren weg
geene onreinheden in afvloeiende eigenaren verplicht
zijn de sloot schoon, te maken, wanneer zij zelve er vuil
in doen uitlooper.
Verder werd in de vergadering der Gezondheidscom
missie de aandacht nog gevestigd rp de vervalsching der
levensmiddelen door voor de gezondheid schadelijke bestand-
deelen, of wel, die door bederf als zoodanig moeten worden,
beschouwd.
Hieromtrent werd besloten eene missive te richten aan
Burgemeester en Wethouders, om, met het oog op het
hier ter stede gevestigd zijn van geschikte deskundigen,
aan deze, tegen een vastgesteld tarief, zoodanige onderzoe
kingen op te dragenen daarvoor een crediet van f 200
aan de Gezondheidscommissie te verleenen, ten einde, casu
quo, de kosten van dergelijke scheikundige onderzoekingen
ie bestrijden.
Bij missive van den 21 Dec. 1888 n°. 907 vond het Da
gelijksch Bestuur geen termen dit verzoek in te willigen,
volgens Hunne meening, op grond, dat dit onderwerp be-
heerscht wordt door de bepalingen der Politieverordening..
RREDA, 6 Klaart 188£k
Namens de Gezondheidscommissie,
Dr. P. E. VAN MIERLO, Voorzitter.
Pr. HOFMAN, Secretaris.