XtitV.
Wij herhalen dan ook hclgecn wij reeds in ons vorig jaar
verslag uitspraken, dat het voor het aanleeren van een am
bacht niet voldoende is, dat onderwijs wordt gegeven in het
tiekencn, boelseeren en voortgezet lager onderwijs, doch dat
het een bepaald en onmiskenbaar vereisehlc is, dat door de
leerlingen voorwerpen op de natuurlijke groolle worden uit
gevoerd en liefst wel zulke voorwerpen, welke zoo spoedig
mogelijk eene nuttige bestemming erlangen en alzoo niet in
magazijn behoeven opgeborgen te worden.
Wij zouden ons niet verantwoord achten indien wij aan
hel onderwijs eene andere richting gaven en hebben do
stellige overtuiging, dat bij afwijking van dien regel, de
leerlingen niet alleen geheel onbekwaam door de school zou
den wo:den afgeleverd, doch met het oog op hunnen leeftijd
wellicht nimmer bekwame noch geschikte ambachtslieden
zouden worden. Wij zouden alzoo het individu, dat aan
onze zorgen is toevertrouwd, niet alleen ongelukkig maken
maar bovendien schade aan do maatschappij toebrengen en
de gelden, door den legataris beschikbaar gesteld, zouden
zeer zeker als weggeworpen kunnen worden beschouwd.
Slaat het derhalve vast, dat de leerlingen voorwerpen of
werkstukken moeten vervaardigen lol het aanleeren van het
door hun gekozen vak, dan moeten die voorwerpen hetzij
direct of later eene nuttige beslemming hebben.
Deze overweging en het feit dat men de werkbazen gcene
concurrentie wilde aandoen hebben tot hel besluit geleid
enkel voor werkbazen en aannemers Ie werken en aan hun
al te leveren, hoewel van concurrentie geen ernstig sprake
kan zijn, vooral als men in aanmerking recml dat het totaal
bedrag aan afgeleverd werk over het afgeloopen jaar, voor
de verschillende vakken slechts heeft bedragen ruim f S00,
en dat verdeeld over de verschillende werkbazen, in deze
gemeente, dan zoude dit voor elk een zeer luttel bedrag
aan arbeidsloon en materiaal opleveren.
Overweegt men daarbij dat hel Ie bedingen bedrag voor