LXI. eenjge ovt rieden zijn, en er ook konden worden afgeschreven die in staat waren in eigen onderhoud te voorzien. Daar entegen zijn er eenigen bijgekomen. De uitgaven waren minder dan het vorige jaar. Ten koste van de gemeente werd door ons verricht: In het gasthuis werden 164 zieken opgenomen tot een bedrag van 4132,75; in het Stedelijk Ziekenhuis 51 zieken, waarvoor eene uitgaaf roodig was van ƒ1364,275; 17 lijken werden ter aarde besteld, uitgaaf ƒ46,20 en 372 behoeftigen verkregen nachtverblijf en voeding of reisgeld, waarvoor betaald werd 159,54. Ook moesten aan 214 huisgezinnen en eenloopende personen bewijzen worden afgegeven om geneesmiddelen uit de stads-apotheek te genieten. De geheele armenzorg biedt echter evenveel kansen O C* van nadeel als voordeel. Immers de langdurende stilstand van zaken maakt, dat er weinig werk is, of dat dit reeds ïn het begin der wintermaanden is afgeloopen. Wel mochten wij ons verheugen in den [aanbouw van twee kerken, doch nu de strenge vorst is ingevallen, blijven de meesten der werklieden hier wonen en komen, nu het werk stil ligt, om onderstand verzoeken. Hiervan kan O 7 de opgetreden commissie, die den 17 November 1888 eene extra-bedeeling gehouden heeft, getuigen, daar zij hiervoor niet minder dan 700 aanvragen gehad heeft. Met deze opmerking willen wij alleen zeggen, dat de hierboven medegedeelde uitkomsten onzer administratie den indruk niet mogen geven, dat de toestand van het armwezen rooskleurig is. BREDA, den 11 Februari 1889. L. INGEN-HOUSZ, Voorzitter A. J. B. STAP, Rentmeester.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1888 | | pagina 155