Het Pensioenfonds is derhalve in liet bezit van r
1. Genoemd kapitaal in do Spaarbank van f 2281.11, a 3
2. Van f 34000 en in den loop van het jaar 1888 nog aan
gekocht f2500'dus samen f36300 a 3}
Aan schuldbekentenissen ten laste der gemeente Breda
33 stuks- van 1000 f 33000— 1
n run ornr f36500.
7 - 500 - 3500
3. Van èene inschrijving op het groolboek der Nederland-sche
schuld groot f2000—, 3! {f.
De toestand van liet fonds mag al zoo- gunstig genoemd
worden.
Do verordening tot regeling der pensioenen van de ge
meente-ambtenaren en bedienden werd bij raadsbesluil van
14 Juli 1888 opnieuw gewijzigd en het bed ag van liet te
verkrijgen pensioen op milderen grondslag gevestigd.
Bij de laatste wijziging is bet beginsel aangenomen, dal
de ambtenaar recht op pensioen kan doen gelden, wanneer
liij voldaan heelt aan de eischen, welke de verordening stelt.
Ook ten aanzien der bijdragen wegens ailoopende korting
zijn bepalingen gesteld, die dun ambtenaar ten goede komen.
Tot dusver bleef liet getal gepensioneerden leporkt tol drie.