b. Eene spaarbank met 2098 inleggers, zijnde 55 meer dan in 1888. d. Eene Hulpbank. f. Eene commissie tol het verstrekken van levensmiddelen, brandstoffen en warme spijzen aan behoeftige schoolkinderen. Is deze genomen voorzorg in 't belang van het publiek ook voor de Bank heeft zij hare goede zijde. Niet alleen toch wordt het nuttig doel der Bank ten onrechte miskend door sommigenmisschien door velendie het wanbegrip aanklevendat de Bank veelal verkwisting in de hand werkt, een wanbegrip, hoofdzakelijk het gevolg van het verdichtsel (zie hiervoor de opgegeven maandelijks gesloten beleeningen), als zouden er bij feestelijke gelegenheden, o. a. carnaval en kermissen, voor enorme sommenin de Bank omgezet worden, óók wordt het nut der Bank, zelfs door goedgezinden betwijfeld, ten gevolge van de misbruiken van gewetcnlooze lieden, die als lusschenpersonen dienst doen. Als een stap tevens in de goede richting worden de pand gevers dagelijks in de gelegenheid gesteld om afbetalingen te doen op verleende voorschollen tot een bedrag van min stens vijftig cent. Deze maatregel strekt orn de eigenaars van panden op eene meer gemakkelijke en spoedige wijze als anders het geval zoude zijn, weder de vrije beschikking over hunne panden te doen verkrijgen. c. Eene Ziekensocieteit. Het aantal verleende voorschotten beloopt 38 tot een bedrag van f 7750. e Eene commissie tot het doen van voorschotten aan gepensionneerden. De onder letter B—F genoemde instellingen en commis sion zijn allen van het Departement Breda der Maatschappij tot «Nut van 'l Algemeen.»

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1889 | | pagina 115