127 Hoewel langzaam breidt toch van jaar tot jaar het labrieks- wezen in deze gemeente zich uit. Kon in het verslag over het jaar 1 888 vermeld worden, dat de toestand van handel en nijverheid veel gunstiger was dan een jaar vroeger, eveneens mag ook nu gezegd wordendat vooral op het gebied van manufacturen grooter vooruitgang is (e bespeuren. Zie voor meerdere bijzonderheden het verslag van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, bijlage K hierachter. De bij Raadsbesluit van 1 Augustus 1889 verleende voor waardelijke vergunning aan de Maatschappij tot exploitatie van meleorologische en annoncenlJokken te Amsterdamlot het plaatsen van drie dergelijke klokken in deze gemeente, goedgekeurd bij besluit van de Gedeputeerde Stalen van Noordbrabant van den IGen Augustus 1889, G, n°. 62,57* 2e afdeeling, is zonder gevolg gebleven. Artikel 5 der voorwaarden luidde Indien deze vergunning niet binnen drie maanden na »bare dagleekening (l Augustus 1889) schriftelijk door de Maatschappij is aangenomen en ook indien de klokken »niet binnen drie maanden na die dagleekening geplaatst zijn, vervalt de vergunning zonder opzegging.» 1 November 1889 was alzoo de fatale termijn van het vervallen der vergunning, doch noch vóór noch na dien termijn heeft voormelde Maatschappij iets van zich laten hoo- ren. Hierbij moet ecbter vermeld worden, dat zij de geringe kosten aan de vergunning verbonden (zegel en leges) ten bedrage van f 1,45 tijdig heelt terugbetaald. b. Verveening. Beslaat in de gemeente niet. c. Mijnwezen. Steengroeven en kolenmijnen worden alhier niet aangetroffen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1889 | | pagina 131