in het timmeren en meubelmaken tevens werkzaam ge
weest als adsislenten in het rechtlijnig teekenen. Hierdoor
wordt eensdeels de taak van den Directeur verlicht en
blijft hem meer lijd beschikbaar voor algemeen toezicht
en anderdeels is men verschoond gebleven van het aan
stellen van een onderwijzer in het lijnteekenen waartoe
men anders wellicht, met het oog op het groot aantal
leerlingen zoude moeten hebben besluiten, hetwelk boven"
dien meer uitgaven zoude vorderen. Wij zijn over deze
wijze vqn handelen, tot heden, zeer tevreden.
Het aantal leerlingen op ;5l December 1888 bedroeg .80.
Voor den nieuwen cursus 1889—00, aanvangende 1 Mei,
hadden zich aangemeld 30 jongelieden, waarvan wegens
onvoldoende toelatingsexamen moesten worden afgewezen 3
en 1 niet is opgekomen, zoodat werden toegelaten 26 leer
lingen. In den loop van het jaar werden om bijzondere
redenen nog toegelaten 12 jongelieden, zoodat het totaal
leerlingen einde 1889 moest bedragen 118 Evenwel ver
lieten om verschillende redenen gedurende het jaar 33.
leerlingen de school en wel 2 wegens ziekte, 4 door ver
andering van woonplaats, 1 wegens vermeende verongelijking,
1 tengevolge van verandering van beroep, 2 om geld te
verdienen, 2 om hun vader behulpzaam te zijn, 2 welke geen
lust in werken hadden, 1 kon zich niet aan orde gewennen,
1 bleef zonder opgaaf van. redenen weg en eindelijk ver
trokken er met 15 September 17 die den driejarigen cursus
Volbracht hadden.
Het aantal leerlingen bedroeg alzoo op 31 December 11 85.
Zij waren over de verschillende vakken verdeeld als volgt:.
25 timmerlieden,
14 meubelmakers,
20 ververs en
26 smeden.
Van deze leerlingen waren 19 dus ongeveer 20 procent
van om Breda liggende gemeenten,