b. Het college van dagelijksch bestuur is samengesteld uit de lieeren Mr. E. de Man Ez.Burgemeester, benoemd bij Kon. besluit van den ten September 1870 N°. 9, en herbenoemd bij Kon. besluiten van 20 Augustus 1876, N°. 13, 16 Augustus 1882, N°. 6 en 8 Augustus 1888, N°. «34 J. A van Aken, 1 Wethouders, de eerste aftredende E. H A. Guljé, I in 1890 en de laatste in 1893. (De heer E. H. A. Guljé, wegens aftreding als raadslid op houdende wethouder te zijn, werd, na zijne herkiezing als raadslid, bij besluit van den raad van den 3en September 1889 als wethouder en ambtenaar van den burgerlijken stand opnieuw benoemd.) A. R. Vermeulen, Secretaris, benoemd bij Raadsbesluit van 12 Mei 1888. Vaste commissiën. Volgens de artt. 54 en 56 der gemeentewet zijn, even als vorige jaren, benoemd de volgende vaste commissiën, bestaande 1°. Voor het beheer der gemeentelijke gasfabriek uit de Heeren E II. A Guljé, Jhr F. Backer^ A. C. .1. Smits en F. P. J. Klep. 2°. Voor het beheer der gemeente-reiniging uit de heeren: E. H. A. Guljé, W. G. H. Rombouts, F. J. M. Heijlaerts en «I. A. J. W. van Hal. Voorzitter van deze commissiën is de Burgemeester of een lid van het dagelijksch bestuur.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1889 | | pagina 18