15 3°. Voor de strafverordeningen (artikel 106 der gemeen tewet) uit de heeren Mr. E. de Man, Ez. Mr. J. II. van Mierlo en Mr. A. C. D. Pels Rijcken Van deze commissie is de Burgemeester voorzitter. 4°. De bouwcommissie, bestaande uit de heeren Mr. J. II. van Mierlo, Voorzitter. 5°. Verder is aan eene commissie van drie leden het beheer opgedragen van het gemeentelijk pensioenfonds, welke leden zijn de heeren c. Gemeente-ambtenaren en bedienden. Op den 14en Juli 1889 overleed de Heer J. W. van Laarhoven, in leven eerste commies, afdeeling burgerlijke stand, die gedurende 36 jaren zijne diensten aan de ge meente wijdde. In verband met de hierdoor ontstane vacature, werden bij besluit van Burgemeester en Wethouders van den 29en Augustus 1889 bevorderd: tot ten commies, afdeeling Burgerlijke stand, de tweede commies van die afdeeling, de heer P. A. Wijmer, die sinds 1877 aan die afdeeling werkzaam is, en tot 2en commies, afdeeling Burgerlijke stand, de adjunct commies ter algemeene secretarie, de heer H. C. van Loon, sinds 1883 gemeente-ambtenaar. In de betrekking van Adjunct-commies ter algemeene secre tarie was op 31 December 1889 nog niet voorzien. Behalve in ondergeschikte betrekkingen, hadden overigens Jhr. F. Backer, E. II. A. Guljé. Leden. Mr. E. de Man, Ez. Mr. J. H. van Mierlo en J. J. Nelissen. Voorzitter. Leden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1889 | | pagina 19