LXXII. Mevrouw de Wed. J. J de Fraiture hebben steeds te kampen tegen de smokkelarijen, die telken jare meer en meer schijnen toe te nemen. Door de zoutzieders in deze gemeente is met die van elders in het begin van dit jaar by de Hooge Regeering er op aangedrongen, den accijns te verminderen. Kon volgens hen de accijns gebracht worden op f 5,per 100 kilo, dan zou de frauduleuze invoer van zout niet plaats vinden. Aan accijns werd betaald: In 1886 van 854000 KG. f 76860,— 1887 894000 - 80460,— 1888 835000 - 75150,- 1889 764400 - 68796,— De zadelmakerijen gaan steeds meer en meer vooruit en vervaardigen zoowel burgerlijke als militaire artikelen, die om hunne soliditeit zeer gezocht zijn. Niet het minst worden gepr?zen de meubelmakerijen, die onderling wedijveren in keuze van nette en kundig gemaakte meubelen. De boekdrukkerijen en binderijen vinden evenals in vorige jaren geregeld werk. De leerlooierijen, met uitzondering van de stoomleer- looierij van de firma C. J. Lips, die zich vooral toelegt op het fabriceeren van lederen drijfriemen, schijnen in kwijnenden toestand te blijven, wegens de bezwarende con currentie met het buitenland. Omtrent de ambachtsschool, die eene zoo nuttige op leiding mag genoemd worden voor jeugdige ambachts lieden kan worden medegedeeld, dat op 31 December 1888 het getal leerlingen 80 bedroeg. Yoor den nieuwen cursus 1889-90, aanvangende 1 Mei hadden zich aange meld 30 jongelieden, waarvan wegens onvoldoend toela- tings examen moesten worden afgewezen 3 en 1 niet is opgekomen, zoodat werden toagelatm 26. In den loop

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1889 | | pagina 208