HOOFDSTUK V.
GEMEENTE-EIGENDOMMEN, WERKEN EN
INRICHTINGEN.
A. Eigendommen niet bestemd voor den publieken dienst.
Behalve de gasfabriek bezit de gcmeenle eenige huizen en
andere gebouwen, benevens eenige slrooken grond. Een en
ander bracht in 1889 aan huur op ƒ4266 90.
In het openbaar werd verkochtten overstaan van den
Notaris Kuijpers, een stukje gemeentegrond aan den hoek
der Zoutstraat en Leuvenaarslraat voor 730, Genoemd
stukje grond was een overgebleven deel van den grond, waarop
hel in 1886 afgebroken brandspuithuis, arbeidershuis en
voormalig scherprechlershuisje heeft gestaan. Het overige
gedeelte van dien grond is ingenomen voor verbrecding der
stralen aldaar.
Met den Heer F. P. J. Klep werd eene overeenkomst aan
gegaan, waarbij de gemeente afsland deed van hare rechten;
op een deel van het zoogenaamde «Dijkje», gelegen ter zijde
van den Weslbuitensingel en daarmede nagenoeg evenwijdig
loopende, terwijl de Heer Klep aan de gcmeenle afstand
deed van zijne vermeende rechten op Iwee gedeelten van
hetzelfde Dijkje en aan de gcmeenle in eigendom overdroeg
vier gedeelten van hem in eigendom toebehoorende perceelen
grond, waarvan één stukje gelegen onder de gemeente 's-Prin-
senhage. De door den Heer Klep aan de gemeente afgestane
gronden vormen thans twee verbindingswegen van de over
gebleven deelcn van het zoogenaamde «Dijkje» met den
West-buitensingel.
Krachtens raadsbesluit van den 13 April 1889 is van J.
Vlaminekx, te Breda, aangekocht voor de som van 990
het perceel grond, nabij de voormalige Inundaliesluis, waarop
vroeger het thans afgebrande pakhuis met woningen stond,
kadastraal bekend sectic A, N°. 381G, groot 1 are 81 centiaren.