HOOFDSTUK VII. NATIONALE MILITIE EN SCHUTTERIJ. A. Nationale Militie. a- b. c. d. e. f- h. De loling had den 7 en 8 Februari 1890 plaats en liep geregeld af. Het aandeel der gemeente in de lichting over 1890 heelt bedragen 40 manschappen. Dit aandeel is berekend naar liet aantal lotelingen 17G) na allrek van vrijwilligers, die vóór de inschrijving in dienst waren. Van de 176 lotelingen zijn vrijgesteld als: door ziekten of gebreken ongeschikt voor den dienst bevonden 21 bij reclame door Gedeputeerde Staten afgekeurd 1 wegens broederdienst 47 het zijn van eenigen wettigen zoon. 12 in dienst bij het leger hier te lande 21 in Oost Indie. 3 ff- in dienst als cadet aan de Kon. Mil. Academie 7 adelborst bij de Kon. Ned. Marine 1 Tot den dienst aangewezen 61 Van den dienst uilgesloten volgens art. 55 der Mililiewet 2 Samen 176 18 tot den dienst aangewezen lotelingen zijn door hun gelrokken nnmmer builen oproeping gebleven. De 40 lolelingen voor den dienst aangewezen, van welken laler 3 bij besluit van Gedeputeerde Stalen zijn afgekeurd en die door opvolgende nommers zijn moeten vervangen worden, werden ingedeeld als volgt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1890 | | pagina 121