II en eischic eene buitengewone uilgave aan onderwijskrachten van t 100. In navolging van hef jaar te voren, zijn de onderwijzers in het limmeren tevens werkzaam geweest als adsistehlen in het rechtlijnig teekenen. Wij zijn over deze wijze van handelen levreden. Het aantal leerlingen bedroeg op 31 December 1889 85. Voor den nieuwen cursus 1890-91 aanvangende 1 Mei, hadden zich aangemeld 47 jongelieden waarvan wegens on voldoend genoten lager onderwijs moesten worden afgewezen 11 en alzoo werden toegelaten 36. In den loop van het jaar werden nog om bijzondere redenen toegelaten 10 jon gelieden, zoodal het gcheele aantal leeilingen einde 1880 moest bedragen 131. Evenwel verlieten om verschillende redenen in den loop van het schooljaar 34 leerlingen de school als 19 wegens volbrachten driejarigen cursus, 2 verklaarden geen lust in het werken te hebben, 4 wegens verandering van woonplaats, 5 tengevolge van het kiezen van een an der beroep, 2 bleven zonder opgave van redenen weg en slechts 2 verlieten lusschenlijds de school om elders geld te gaan verdienen. Het geheele aantal leerlingen bedroeg alzoo op 31 December 11. 97. Zij waren over de verschillende vakken verdeeld als volgt 29 timmerlieden, 18 meubelmakers, 21 ververs en 29 smeden. Van deze leerlingen waren ongeveer 25 pCt. van om Breda liggende gemeenten. Volgens den leeftijd waren zij verdeeld als volgt 16 oud 12 jaren. 18 13 26 14 16 15

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1890 | | pagina 178