202
Leden.
De instellingen lot voorkoming van armoede zijn
a. De Bank van Leeningonder het beheer eener Com
missie van vier leden, door den gemeenteraad te benoemen
en voorgezeten door den burgemeester of door een der leden'
van het Stedelijk bestuur, door hem te benoemen-
De Commissie was op 31 December 1890 samengesteld
uit de Ileeren:
Mr. E. de Man Ez., burgemeester, Voorzitter.
Mr- L. H. C. Ingen-Housz,
F. A. W. Guljé,
H A Sassen,
r C. M. W. Steins Bisschop,
A. R. Vermeulen, Secretaris:
Directeur der Bank is de Heer F. F. X. Cerullu
De verdere vaste beamten zijn
J. BezierJr., Secretaris-schatter.
J. Frijsen, Pandbevvaarder.
De renlestandaard is bij Koninklijk besluit van den 2den
Januari 1891, met ingang van den eersten April 1891, be
houden op twaalf ten honderd van alle beleende panden,
waartoe het vereischte raadsbesluit genomen is den 3 De-
cembér 1890.
De gemeente heeft aan de Bank een crediet verleend
van f 25000onder bepaling, dat de eventueele winst aan
de gemeente zal worden uitgekeerd tot een maximum van
van het opgenomen kapitaal-. (Zie raadsbesluit van 2-3
April 1887.)
Wij laten alhier eenige opgaven volgen betrekkelijk de
Bank van Leening over het boekjaar 1890.
Panden. Beleend bedrag.
Dp 31 December 1889 waren
aanwezig 8160 f 30,409,—
In 1890 zijn beleend. 28523 - 74,210,—
Transporteeren 36683 f 104,619,-
13