liet verlies geleden op verkochte panden bedioeg:
in 1888 f 580,51
1889 - 125,91*
1890 - 38,78°
Een gunstig verschil dus met 1889 van f 87,13.
OVERSCHOTTEN OP VERKOCHTE PANDEN.
Van de overschotten op verkochte panden, bestaande
uit de meerdere opbrengst dan de beleende som met
den daarop verschenen interest, wordt afzonderlijk kas
gehouden. Die overschotten blijven, volgens het bepaalde
bij art. 65 van het reglement voor de Bank, gedurende
20 maanden ter beschikking van de pandgevers.
Het onafgehaalde vervalt na dien tijd ten voordeele van
de Bank.
Het overschot op verkochte panden bedroeg;
in 1888 f 728,54
1889 - 659,18
1890 - 721,70
Aan de houders van pandbrieven werd uitbetaald
in 1888 f 367,09»
1889 - 437.92
1890 - 466,40'
In 1890 is, als onafgehaald overschot op panden aan
de Bank vervallen een bedrag van f 301,76.
Uit het volgende overzicht van de baten en lasten over
1889 en 1890 blijkt dat de finantieele uitkomsten over
laatst genoemd jaar ook weder gunstig zijn.
Baten.
1889. 1890.
Renten van geloste panden f 3,007,30' f 3,476,28
Transpovteeren f 3,007,30' f 3,476,28