Onder de lasten over 1890 komt niet voor de som van f 807,4B5 over 1889 aan de gemeente in 1890 uit gekeerd als rente van het opgenomen kapitaal. GELDELIJKE TOESTAND. Op 31 December 1889 was op de voorhanden panden uitgeschoten een bedrag van f 30,409,— In 1890 is meer beleend dan gelost en verkocht voor een bedrag van - 3,204,50 De ontvangsten bedroegen in 1890 f 81,375,52 De uitgaven - 81.175,46® Meer ontvangen dan uitgegeven - 200,06 Het actief bedraagt alzoo op 31 Dec. 1890 f 33,813,56 Op 31 December J889 bedroeg het actief - 30,693,33T Weshalve het actief vermeerderde met - 3,120,2 2 s Passief. Op 31 December 1889 was de Bank aan de Gemeente schuldig, op rekening van het crediet van f 25,000,— de som van f 18,500,— In den loop van 1890 is bij de gemeente opgenomen een bedrag van f 5,250 en afgelost - 2,750 alzoo meer opgenomen dan afgelost - 2,500,— Derhalve bleef de Bank op 31 December 1890 aan de gemeente schuldig f 21,000,— Als bedrijfskapitaal zijn in de fondsen der Bank gestort, tegen eene rente van 5g- 'sjaars, de borgtochten van den secreiaris schatter ad f 2000, en van den pandbewaarder ad f 1000, samen - 3,000,— Op 31 December 1890 bedraagt het Pas sief alzoo f 24,000,— Op 31 December 1889 bedroeg het Passief - 21,500, Weshalve het Passief vermeerderde met f 2,500,—

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1890 | | pagina 215