b. Verveening. Bestaat in deze gemeente niet. c. Mijnwezen. Steengroeven en kolenmijnen worden alhier niet aangek- troffen. d. Jacht en Visscherij. De gemeente bezit geen jachtvelden, terwijl de visscherij zich bepaalt tot de haven en hare vertakkingen, alsmede tot de Singelgracht rond de gemeente. De visscherij is verpacht voor f 203,'s jaars. Uitgereikt zijn 1 groote viseh- en 32 groote jachtakten, en 6 kleine vischakten. III. Handel en scheepvaart, a. Binnenlandsche handel. De algemeene marktop de gewone dagen beperktis des Dinsdags en Vrijdags zeer druk. De aanvoer van boter, kaas en eieren bleef aanzienlijk, In de waag werden gewogen 41513 kilogram boter tegen 33790 in 1889, terwijl buitendien een belangrijk gewicht in maten boter is verkocht geworden. Des Dinsdags en Vrijdags worden aan de beurs granen op monster verhandeld. De ter vischmarkt aangevoerde zee- en riviervisch bracht in 1890 op f 11294,80 tegen f 12337,50 in 1889. Het aantal koopen beliep 36,702 tegen 42374 in 1889. De handel in varkens neemt beduidend toe. De kermis en najaarmarkt, bijzonderlijk deze laatste, wa ren vrij levendig.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1890 | | pagina 248