243 Yoorts varen van hier, op gezeite tijden, andere vaar tuigen op verschillende plaatsen. Omtrent de waarneming van deze diensten zijn bij ons, evenmin als in voorgaande jaren, klachten ingekomen. b. Middelen van vervoer te land. a. In de bestaande diensten, die naar behooren worden waargenomen, is geen verandering gekomen. De postwagens, huurrijtuigen en de tuigen, worden, volgens de artt. 186 en 189 der algemeene politieverorde ning voor deze gemeente, geregeld gekeurd. b. Evenals vorig jaar kunnen wij vermelden, dat de stoomtram van Breda in de richting van Oosterhout, als. rnede de paardentram naar Girneken, blijven zeer gezochte gemeenschapsmiddelen, beantwoordende aan alle billijke •eischen. De verwachting, welke wij lieten doorstralen in ons vorig verslag, dat de Zuid-Nederlandsche Stoomtramwegmaat schappij, gevestigd te Breda, hare concessiën ten aanzieu van den aanleg en de exploitatie van een stoom- en paar dentram in de richting der gemeente 's-Priusenhage zou tot uitvoering brengen, is in zooverre verwezenlijkt, dat de dienst van de paardentram in den loop des jaars is aangevangen en ook die van de stoomtram, doch deze laatste nog slechts uitgaande van den Westbuitensingel nabij den grooten weg naar 's-Princenhage Zooals be kend is, moet laatstgenoemde tram aanvangen aan het spoorwegstation en zijn weg nemen in de richting van de brug over de Mark buiten de voormalige Waterpoort, doch daartoe moet eene nieuwe brug ten koste der maatschappij gemaakt en ook nog de weg verlegd worden, omtrent welk laatste punt de onderhandelingen met den Staat ■einde 1890 nog niet ten einde waren. Zoowel de paarden- als de stoomtram worden naar be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1890 | | pagina 251