36
onderwijs te Bredabetrekkelijk de Meisjesschool en (zie
sub 2 T hiervoor) de regeling der schoolgelden voor lie,l. lager
onderwijs.
12 Juli 1890.
39. Adres van J. Verheijen, zeeftenmakcr, wonende te
Breda, in koop verzoekende een stukje gemeentegrond aan
dj vei lengde Boschslraat en Sophiaslraat.
(Wordt voorwaardelijk goedgekeurd.)
40. Missive van de Commissie van beheer van het Stads-
teekeninstituut te Breda, houdende voorslel tot nieuwe re
geling van het onderwijs, met aanstelling als mede-leeraar
van den Heer J. J. Harte en verhooging der bezoldiging van
de bestaande leeraren en bedienden.
(Besloten (er visie te leggen.)
41. Besluit tot opschorting der benoeming van twee
onderwijzers aan de kostelooze school in de Nieuwehuizen'.
(Zie sub 32 hiervoor.)
42. Bezwaar van Gedeputeerde Stalen van Noordbrabant
nopens de regeling der schoolgelden voor het lager onder
wijs in verband met het 2e lid van art. 40 der wet. (Zie
sub 38.)
(Besloten advies te vragen aan de Schoolcommissie.)
43. Voorslel tot aankoop van liet pakhuis en erf van den
Heer C. J. Marijnengelegen aan de Karnemelkslraat, in
verband met den aankoop van huis,'tuin en erf van den Heer
Mr. II Maarschalk, waartoe tevoren besloten is. (ZieN0. 30.)
(Besloten dien aankoop te doen.)
44. Adres van G. Romberg, Directeur der naamlooze
vennootschap «Suikerfabrieken Breda en Bergenopzoom» be
trekkelijk den aanleg van een kanaal langs den oever der
rivier «de Mark» in de onmiddellijke nabijheid der fabriek.
(Besloten daartoe wederzijds gronden te ruilen.)
45. Verslag der Bouwcommissie in zake de woonplaats
van A. Trivelli. (Zie sub 2G hiervoor.)
(Besloten ter visie te leggen.)