74 Mel den verkoop der meststoffen, op de mestvaalt en het toezicht op de verzorging der paarden was belast de mees terknecht op de mestvaalt. Geregeld zijn werkzaam geweest 33 werk- en voerlieden en 7 paarden. B. Inrichting. Met het onder A genoemde personeel en aantal paarden, is nog even in den dienst voorzien kunnen worden. Het laat zich evenwel gevoelen, dat, ten gevolge van de uitbreiding van de bebouwde kom der gemeente, in den loop van 1891 meer werkkrachten noodig zullen zijn om aan billijk gestelde eischen te kunnen voldoen. De bestrating met oude keien onder de voormalige mest- loods (thans wagenloods) is voortgezet. Uitbreiding der bestrating op de mestvaalt, blijft zeer wenschclijk. G Materieel. Zooals te verwachten was vereischten de privaattonnen eene merkelijke mindere uitgave aan onderhoud hoofdzakelijk ten gevolge van het gebruik van gegalvaniseerde ijzeren banden waaraan nog geen oxidatie is waar te nemen. Met het einde van het jaar 1890 waren reeds ongeveer 85 percent der tonnen met gegalvaniseerde ijzeren banden voorzien. Nieuw aangemaakt werden 200 tonnen hetgeen aan aan- legkosten eene uitgave eischle van f 400. Twee stuipkarren werden, met uitzondering der wielen en assen, vernieuwd, waarvoor moest worden uitgegeven f 129,95. In 1891 zal minstens één slulpkar dergelijke vernieuwing moeten oaJergtan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1890 | | pagina 82