-li'2 A. Personeel. De betrekking van directeur- werd, evenals de laatst voorgaande jaren, waargenomen door den gemeente-architect. Een opzichter was belast met het toezicht op het verwisselen der tonnen, het ophalen van huisvuil en het vegen der straten. De meesterknecht op de mestvaalt was belast met den verkoop der meststoffen en het toezicht op de verzorging der- paarden. Ten gevolge van het uitzetten der bebouwde kom van de gemeente en het daardoor vermeerderen van werkzaamheden werd, na bekomen machtiging van heeren burgemeester en wethouders, het aantal paarden met één vermeerderd benevens liet daarbij behoorende personeel in dienst gesteld. In de tweede helft van het jaar waren geregeld in dienst 3G werk- en voerlieden en 8 paarden. B. Inrichting. Door den strengen winter 4890/91 was natuurlijk de verkoop van meststoffen zeer gering. Als gevolg daarvan kwam in de maand Januari bergruimte voor faecaliën te kort. Hierin werd gedeeltelijk voorzien door den zoogenaamden kruitkelder in het voormalige Lunetgebouw tot faecaliënbak, groot 70 MA, in te richten, waartoe daarin een houten vloer moest worden gelegd. Ten gevolge van het aanschaffen van de hieronder te noemen pneumatische machine met tenders voor liet ledigen van beerputten en het aanschaffen van een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1891 | | pagina 126