274
alsmede eene obligatie, parochie der H. Barbara
te Breda, groot /'500, rentende 31 in '1889 van
een onbekende ontvangen, door tusschenkomst van
den heer voorzitter bij ons bestuur.
Ten laste van deze gemeente bezit onze administratie:
Zestien stuks obligatiën, te samen aan kapitaal
uitmakende een bedrag van 12600, rentende 3°/n
alsmede drie renten, betaald wordende met 9.37';
74.73= en 151.80'.
Nog bezat onze administratie twee stuks Russische
obligatiën ad ƒ1000, rentende 5 ten honderd, waarvan
de afkomende vruchten aan twee schaamachtige
armen, eene van den Protestantschen en eene van
den Roomschen godsdienst, moesten worden uit
gekeerd.
Deze obligatiën zijn den lston Juli 1891 afgelost
geworden en hebben wij, met machtiging van heeren
Gedeputeerde Staten dezer provincie en met die
van heeren burgemeester en wethouders alhier, aan
gekocht een inschrijving in het 3"/0 grootboek, groot
ƒ2100, a 93' 4, ten name van »HoeufTt(Hetburgerlijk
«armbestuur der gemeente Breda voor een legaat
»uit de nalatenschap van inr. Jacob Hendrik) waarvan
»de renten moeten strekken, zooals is vermeld bij
«zijn testament den 19ien April 1830 voor den notaris
»J. van Naerssen te Breda verleden", waarvoor met
rente en commissie betaald is ƒ1972.95.
Het overschot hiervan, ten bedrage van 27.05,
hebben wij op de rijkspostspaarbank belegd, ten einde
ook die renten 's jaarlijks te kunnen uitkeeren.
Thans zijn in het genot van bovenbedoelden interest
mej. Clara Hopman en Johanhq van Gooi, wed. Rijpers.