285 een zeer gewichtige tak van armenzorg. Zooals uit den aanvang van dit verslag blijkt zijn in 1891 voor rekening der gemeente verpleegd In bet Gasthuis: 202 zieken, tegen 182 in 1890; met eene uitgaaf van f 4903.75, tegen f 4731.50 in 1890. In bet Stedelijk Ziekenhuis 46 zieken, tegen 36 in 1890; met eene uitgaaf van f 558, tegen f 646.75 in 1890. In het Diaconessenhuis 16 zieken, tegen 6 in 1890, met eene uitgaaf van 98.75, tegen f 94,50 in 1890. Uit deze vergelijkingen blijkt, dat de kosten voor verpleging in de verschillende gestichten geklommen zijn. Wat de verplegingsdagen der zieken aangaat is niet te bepalen, daaraan is men onderworpen aan den loop der ziekte. Het bedrag der kosten is daarvan afhankelijk. Verder voorziet de gemeente de zieken van geneeskundige hulp en geneesmiddelen in hunne woning. Zij geeft aan behoeftige rouwen verloskundige hulp en laat de lijken van behoeftigen ter aarde bestellen. Ook wordt vervoer of nacht verblijf met voeding verleend aan doorreizende be hoeftige personen. Ook bet deel der armenzorg, dat op onze schouders rust, blijft onderworpen aan den loop van omstandig heden, die alle jaren verwisselen. In 1891 bedeelden wij aan geld 3525.05, tegen 3147,85 in 1890 en aan brood 350.42, tegen f 309.13 in 1890. In 1891 waren dooi' ons besteed 60 personen waar voor betaald is f 3736.45®, tegen in 1890 f 3003.61 voor 51 personen. Op de duurzaamheid van den tegen woordigen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1891 | | pagina 299