Veestapel.
303
A. Paarden.
1.
Yeulenraerriën
3 stuks.
2.
Veulens en jonge paarden
50
3.
Overige paarden (werkpaarden)
346
B. Ezels
4 stuks.
la
gebruik bij
burgers 1.
kooplieden 3.
C. Trekhonden:
58 stuks.
D. Rundvee.
1.
Melkkoeien en melkvaarzen
412 stuks.
2.
Kalveren, pinken, hokkelingen
en 2- tot 3-jarige vaarzen, die
nog niet melks zijn
(onder boven-
staande begrepen)
3.
Mest-ossen en ander mestvee.
36 stuks.
4
Trekossen
1
E. Schapen.
1.
Boven één jaar oud
9 stuks
2.
Beneden idem (lammeren)
6
F. Geiten en hokken.
1.
Geiten f
160 stuks.
2.
Bokken
Een derde gedeelte der geiten wordt gehouden
oor
niet-arbeidérs, voor het genot der
melk.
G. Varkens
725 stuks
H. Pluimvee.
1.
Hoenders 2500 stuks.
2.
Kalkoenen
25
3.
Eenden
100
4
Duiventillen.
70
19