318 De Kamer, steeds klagende over het ondoelmatige stations-emplacement, heeft gemeend zich persoonlijk tot den directeur der Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen te moeten wenden, ten einde mondeling de vele grieven te bespreken en te trachten verbetering te erlangen. Eene commissie uit haar midden, bestaande uit de heeren J. J. Nelissen, C. J. Marijnen en F. Klep, heeft dientengevolge een bespreking met den directeur- generaal te Utrecht gehad, waarvan een gunstige uitslag wordt verwacht. De Ginnekensche Tramweg Maatschappij vervoerde in liet afgeloopen j aar 253339 reizigers1 ïaar exploitatie vo l- doet in alle opzichten aan de behoeften van het publiek. De Zuider-Stoomtramweg-Maatschappjj van Breda naar Oosterhout en Geeriruidenberg, met een zijtak naar Dongen, alsmede de Zuid-Nederlandsche Stoomtram weg-Maatschappij van Breda naar PrinsenhageRijs- bergenZundertAntwerpen en naar Prinsenhage EttenOudenbosch, zien het aantal reizigers gaandeweg vermeerderen. Het vooruitzicht bestaat, dat het ver voer op de lijn BredaOudenbosch zoowel van goederen als personen zal toenemen, als de brug over de Mark zal zijn gelegd en alzoo directe ver binding met den spoorweg zal tot stand zijn gekomen. Evenals in het vorige verslag is opgenomen, geeft het publiek den wenseh te kennen, dat de onderlinge aansluitingen van spoor- en tramwegen beter worden geregeld De vrachtkarren, die van en naar deze gemeente op de in den omtrek liggende dorpen rijden, behouden haar gewoon vervoer van goederen. Ook de stoom- booten tussclien BredaBotterdams-Graveuliage

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1891 | | pagina 332