Volwassen j
mannen.
Volwassen
vrouwen.
Kinderen
(mannelijk).
Kinderen
(vrouwelijk).
52
99
2
2
6
1
1
2
3
9
3
1
2
17
79
12
16
57
9
6
9
2
1
2
106
169
24
3
14
43
1
2
15
38
6
3
7
19
1
4
14
21
1
1
2
1
2
2
1
6
20
3
2
3
1
3
66
252
26
18
88
3
23
45
89
1
1
1
2
15
2
2
15
24
4
11
1
.326
AANTAL ARBEIDERS.
SOORT DER AMBACHTEN.
AAN
TAL.
Huisschilders.
I nstrumèntmakers
I nstr umentslij per.
Kartonwerkers.
Kaarsenmaker.
Kachelmakers.
Kamerbehangers.
Kappers.
Kerkornamentmaker.
Kleermakers.
Kleerbleekers.
Klompenmaker.
Koper- en blikslagers.
Korenmolenaars.
Kuipers.
4
Leerlooiers.
Leertouwer.
Leidekkers.
3
Linnenknoopenmaker.
Linnennaaisters.
4
Loodgieters.
9
Lijnkoekbrekers.
Mandenmakers.
4
4
Matrassenmakers
3
Metselaars.
Meubelmakers.
Modegoedmaaksters.
Molenmaker.
Mouters.
Mosterdmolenaars.
Mutsenwerksters.
Oliemolenaars.
3
