331
B. Vervening.
Bestaat in deze gemeente niet.
C. Mijnwezen.
Steengroeven en kolenmijnen worden alhier niet
aangetroffen.
D. Jacht en Visscherij.
De gemeente bezit geen jachtvelden, terwijl de
visscherij zich bepaalt tot de haven en hare vertak
kingen, alsmede tot de Singelgracht rond de gemeente.
De visscherij is verpacht voor f 203 'sjaars.
Uitgereikt zijn groote vischacten nihil; 32 gröote
jachtacten en 8 kleine vischacten.
III. Handel en Scheepvaart.
A. Binnenlandsche handel.
De algemeene markt nam in vertier toe. Er werden
als steeds aangevoerdboter, kaas, eieren en velerhande
andere behoeften van dagelijksch gebruik.
In de waag werden gewogen 34676 kilogram boter
tegen 41513 in 1800, terwijl buitendien een belang
rijk gewicht in maten boter verkocht werd.
Des Dinsdags en Vrijdags werden als gewoonlijk
aan de beurs granen op monster verhandeld.
De ter vischmarkt aangevoerde zee- en riviervisch
bracht in 1891 op f 11565,97 tegen f 11294,80 in
1890. Het aantal koopen beliep 38171 tegen 36702
in 1890.
De handel in varkens was niet zeer levendig,
ofschoon de aanvoer groot was.
De kermis en najaarsmarkt, bijzonderlijk deze laatste,
waren vrij levendig.