op dat gedeelte der stad bepaald zal ontsieren, weshalve wordt verzocht te zijnerzijds wel de noodige stappen te willen doen bij den Staat der Nederlanden, dat ook hier aan de versiering van een der schoonste stadsgezichten niet worde te kort gedaan. Na eenige beraadslaging werd alstoen besloten dit adres te stellen in banden van de Bouwcommissie uit den Baad, welke in de zitting van den 8sten Augustus 1891 haar beredeneerd rapport uitbracht. Daarbij gaf ten slotte de commissie als hare meening te kennen, dat alleen aan het verzoek van adressanten zal behooren te worden gevolg gegeven voor zoover betreft de te bouwen woningen aan den Zuid-Binnensingel van de Nieuwe Ginnekenstraat af tot aan de grensscheiding met Teteringen. Onmiddellijk werd dit rapport in beraadslaging gesteld, doch niemand der leden voerde meer het woord, waarna besloten werd overeenkomstig de conclusie daarvan. Rechtsgeding In deze zitting gaf een ingekomen schrijven aan- 'XYek htf hiding tot de bespreking van het rechtsgeding over het trekpad, na de toewijzing der geëischte vrijwaring. De heer Van Mierlo wees op bet spoedeischende der zaak, en op diens voorstel werd besloten, de stukken te stellen in handen van de rechtskundige, leden, te weten, de Burgemeester, als voorzitter, en de heeren Pels Bijeken, Van Dam en Van Mierlo als ledenmet bepaling, dat als de voorzitter ver hinderd zal zijn, deze zal kunnen vervangen worden door den heer wethouder Guljé. Voormelde heeren brachten hun rapport uit in de zitting van 8 Augustus 1891 (besloten vergadering). Eene transactie zal volgen, doch deze was op 31 December, onafhankelijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1891 | | pagina 71