58 van den wil van het Gemeentebestuur, nog niet tot stand gebracht. Toelage of Door het college van Brandmeesters werd mede- vergoedmg o-edeeld, dat bil hen was ingekomen een verzoek an ngt o-ezm07 0 van een om ondersteuning voor het gezin van wijlen J. Deniet, i°verleden t)ran(jgast bij spuit n°. 2, die, tengevolge van eene bij den brand der chocoladefabriek »Kwatta" in de uitoefening van zijne bediening gevatte koude, op 25 Maart 1891 was overledendat naar de meening van het college er termen waren, krachtens art. 6, alinea 2, van de verordening op de brandweer, aan de weduwe en hare kinderen eene toelage uit de stadskas te verleenen. Op voorstel van den heer Yan Mierio werd alstoen besloten het adres met bijlagen te stellen in handen van burgemeester en wethouders, om ten deze een voorstel aan den Raad te doen. Dientengevolge werd, namens burgemeester en wethouders, in de raadszitting van 8 Augustus 1891 voorgesteld aan het bedoeld gezin toe te kennen voor ééns eene som van vijftig gulden. Dit vooi'stel vond veel bestrijding en leverde stof tot eene breede beraadslaging. Gevoelde men zich eenerzijds niet overtuigd, dat de brand oorzaak was van den dood, anderzijds werd die overtuiging met tamelijke beslistheid uitgesproken. Op den voorgrond trad vooral dit sustenu of de betrokken persoon is overleden ten gevolge van geleden armoe bij den brand en als men dit aanneemt, dan moet het bedrag hooger gesteld worden of de verleende diensten dragen niet de schuld van zijn overlijden en dan behoeft er niets gegeven te worden. Daaromheen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1891 | | pagina 72