(i'2
y>0)iaf(jeb)-okeu" in art. 4, alinea 1, te doen vervallen,
doch dit punt ondervond eenige bedenking, waarop
het mede werd aangehouden. Vervolgens werd door
den Raad aan de voorstellen der Commissie met
algemeene stemmen goedkeuring gehecht en werden
de beide nieuwe voorstellen heden als ingediend
beschouwd.
In de raadszitting van 5 December 1891 werden
zij aan de orde gesteld. Er werd alstoen besloten de
stukken te stellen in handen van het bestuur van
het pensioenfonds voor de gemeente-ambtenaren en
bedienden alhier, met verzoek om advies. Dit advies
kwam ter zitting van 30 December 1891 in, waarop,
nadat het was voorgelezen, besloten werd, het ter
visie te leggen voor de leden.
te
Scheepvaart-
kanaal. van
8 Augustus.
Nadat in liet vorig jaar voorwaardelijk eene som
honderd duizend gulden was toegestaan als
bijdrage in de kosten van aanleg van een scheep
vaartkanaal ter verbinding van de Zuid-Willemsvaart
met de rivier de Mark onderling en de rivier de
Donge, kwam in de raadszitting van 8 Augustus
1891 een schrijven in van de Commissie van voor
bereiding, waarin werd te kennen gegeven, dat het
der Commissie voorkwam, dat alle de aan de toe
gezegde subsidie verbonden voorwaarden door het
Rijk of de Provincie kunnen worden aangenomen,
mits de voorwaarde sub 4 aldus wierde gelezen
»dat, als dit met de belangen der scheepvaart en
»der op de Oosterhoutsche haven en de Donge
uit waterende polders is overeen te brengen, en
«behoudens buitengewone omstandigheden, de sluis